Agonist- een simpele uitleg

Hersencellen communiceren via het doorgeven van neurotransmitters.  Het uiteinde van de ene hersencel laat neurotransmitters vrij na een actie-potentiaal. Deze neurotransmitters zwemmen dan vrij rond in het gebied tussen de hersencellen. De kop van een hersencel is bedekt met deurtjes die op slot zijn, receptoren, waarvoor 1 specifieke neurotransmitter de sleutel is. Als die ene sleutel-neurotransmitter in de receptor valt, gaat de receptor open en kunnen alle neurotransmitters van een andere specifieke soort de kop van de hersencel binnenstromen. Klik hier voor een simpelere  uitleg over hersencellen communicatie .

Een agonist is een middel dat je van buitenaf toevoegt zoals een medicijn of drug, dat aan een kant precies dezelfde vorm heeft als de specifieke sleutel-neurotransmitter die precies in het receptor-slot past.

De receptor geeft precies dezelfde reactie op de agonist als op de sleutel-neurotransmitter. De sleutel past in het slot. De receptor gaat open waardoor er ionen naar binnen kunnen zwemmen.

DMT, LSD, Mescaline en Psilocybin (in paddo’s) werken allemaal als serotonine agonist. Een serotonine agonist werkt als een agonist voor de neurotransmitter “Serotonine”. Serotonine past precies in de serotonine receptor. LSD is een serotonine agonist, dus heeft LSD aan 1 kant precies dezelfde vorm heeft als serotonine. Ze hebben allebei Een aminegroep als staart. Klik hier voor meer uitleg over Amine-groepen . Hierdoor past LSD precies in het slot van de serotonine-receptor. Dit betekent dat als iemand LSD neemt, de hersenen reageren alsof er opeens heel veel serotonine aanwezig is.

Andere voorbeelden van agonisten zijn morfine, een endorfine antagonist en isoproterenol, een adrenaline antagonist..

Gerelateerde artikelen

  1. antagonist, simpele uitleg
  2. Ketamine en DMT bij schizofrenie onderzoek
  3. Paddo’s: de link tussen lichaam en ervaring

 

Facebooktwittergoogle_plusredditpinterestlinkedin